inplantte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: inplantte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·plant·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
inplanten |
inplantte
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inplanten
- ... dat ik inplantte.
- ... dat jij inplantte.
- ... dat hij, zij, het inplantte.
- ... dat ik inplantte.
Gangbaarheid
- Het woord inplantte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.