inprikt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inprikt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·prikt

Werkwoord

vervoeging van
inprikken

inprikt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inprikken
    • ... dat jij inprikt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inprikken
    • ... dat hij inprikt. 

Gangbaarheid

  • Het woord inprikt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.