inreed

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inreed    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·reed

Werkwoord

vervoeging van
inrijden

inreed

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inrijden
    • ... dat ik inreed. 
    • ... dat jij inreed. 
    • ... dat hij, zij, het inreed. 

Gangbaarheid

  • Het woord inreed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.