inriep
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: inriep (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·riep
Werkwoord
vervoeging van |
---|
inroepen |
inriep
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inroepen
- ... dat ik inriep.
- ... dat jij inriep.
- ... dat hij, zij, het inriep.
- ... dat ik inriep.
Gangbaarheid
- Het woord inriep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.