insluik
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: insluik (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·sluik
Werkwoord
vervoeging van |
---|
insluiken |
insluik
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insluiken
- ... dat ik insluik.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.