installeert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  installeert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·stal·leert

Werkwoord

vervoeging van
installeren

installeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van installeren
    • Jij installeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van installeren
    • Hij installeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van installeren
    • Installeert! 

Gangbaarheid

  • Het woord installeert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.