instigeer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  instigeer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·sti·geer

Werkwoord

vervoeging van
instigeren

instigeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van instigeren
    • Ik instigeer. 
  2. gebiedende wijs van instigeren
    • Instigeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van instigeren
    • Instigeer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord instigeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.