instigeer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: instigeer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·sti·geer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
instigeren |
instigeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van instigeren
- Ik instigeer.
- gebiedende wijs van instigeren
- Instigeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van instigeren
- Instigeer je?
Gangbaarheid
- Het woord instigeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.