instraalde

Uitspraak

• Geluid:  instraalde    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• in·straal·de

Werkwoord

instraalde

1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van instralen
   

   • ... dat ik instraalde. 
     
   • ... dat jij instraalde. 
     
   • ... dat hij, zij, het instraalde. 

Gangbaarheid

• Het woord instraalde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.