instrueerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  instrueerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·stru·eer·de

Werkwoord

vervoeging van
instrueren

instrueerde

  1. enkelvoud verleden tijd van instrueren
    • Ik instrueerde. 
    • Jij instrueerde. 
    • Hij, zij, het instrueerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord instrueerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.