integreer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: integreer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·te·greer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
integreren |
integreer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van integreren
- Ik integreer.
- gebiedende wijs van integreren
- Integreer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van integreren
- Integreer je?
Gangbaarheid
- Het woord integreer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.