internetbel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  internetbel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·ter·net·bel

Werkwoord

vervoeging van
internetbellen

internetbel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van internetbellen
    • Ik internetbel. 
  2. gebiedende wijs van internetbellen
    • Internetbel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van internetbellen
    • Internetbel je? 

Gangbaarheid

  • Het woord internetbel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.