intueer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  intueer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·tu·eer

Werkwoord

vervoeging van
intueren

intueer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van intueren
    • Ik intueer. 
  2. gebiedende wijs van intueren
    • Intueer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van intueren
    • Intueer je? 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.