invadir

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • in·va·dir

Werkwoord

invadir

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
invadir
invadía
invadido
volledig
  1. overgankelijk binenvallen
  2. overstromen, binnendringen
  3. zich meester maken van (emotie)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.