invalideer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  invalideer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·va·li·deer

Werkwoord

vervoeging van
invalideren

invalideer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van invalideren
    • Ik invalideer. 
  2. gebiedende wijs van invalideren
    • Invalideer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van invalideren
    • Invalideer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord invalideer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.