invocht

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  invocht    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·vocht

Werkwoord

vervoeging van
invechten

invocht

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van invechten
    • ... dat ik invocht. 
    • ... dat jij invocht. 
    • ... dat hij, zij, het invocht. 
vervoeging van
invochten

invocht

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van invochten
    • ... dat ik invocht. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van invochten
    • ... dat jij invocht. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van invochten
    • ... dat hij invocht. 

Gangbaarheid

  • Het woord invocht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.