invroor
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: invroor (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·vroor
Werkwoord
| vervoeging van |
|---|
| invriezen |
invroor
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van invriezen
- ... dat ik invroor.
- ... dat jij invroor.
- ... dat hij, zij, het invroor.
- ... dat ik invroor.
Gangbaarheid
- Het woord invroor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.