inzamel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inzamel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·za·mel

Werkwoord

vervoeging van
inzamelen

inzamel

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzamelen
    • ... dat ik inzamel. 

Gangbaarheid

  • Het woord inzamel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.