inzat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inzat    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • inĀ·zat

Werkwoord

vervoeging van
inzitten

inzat

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inzitten
    • ... dat ik inzat. 
    • ... dat jij inzat. 
    • ... dat hij, zij, het inzat. 

Gangbaarheid

  • Het woord inzat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.