iriseerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  iriseerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • iri·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
iriseren

iriseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van iriseren
    • Ik iriseerde. 
    • Jij iriseerde. 
    • Hij, zij, het iriseerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord iriseerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.