isoleert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  isoleert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • iso·leert

Werkwoord

vervoeging van
isoleren

isoleert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van isoleren
    • Jij isoleert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van isoleren
    • Hij isoleert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van isoleren
    • Isoleert! 

Gangbaarheid

  • Het woord isoleert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.