jaagde af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: jaagde af (hulp, bestand)
Woordafbreking
- jaag·de af
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afjagen |
jaagde af
- enkelvoud verleden tijd van afjagen
- Ik jaagde af.
- Jij jaagde af.
- Hij, zij, het jaagde af.
- Ik jaagde af.
Gangbaarheid
- Het woord jaagde af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.