jachtte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: jachtte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- jacht·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
jachten |
jachtte
- enkelvoud verleden tijd van jachten
- Ik jachtte.
- Jij jachtte.
- Hij, zij, het jachtte.
- Ik jachtte.
Gangbaarheid
- Het woord jachtte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.