jachtte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jachtte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • jacht·te

Werkwoord

vervoeging van
jachten

jachtte

  1. enkelvoud verleden tijd van jachten
    • Ik jachtte. 
    • Jij jachtte. 
    • Hij, zij, het jachtte. 

Gangbaarheid

  • Het woord jachtte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.