jij-bakte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jij-bakte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • jij-bak·te

Werkwoord

vervoeging van
jij-bakken

jij-bakte

  1. enkelvoud verleden tijd van jij-bakken
    • Ik jij-bakte. 
    • Jij jij-bakte. 
    • Hij, zij, het jij-bakte. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.