jog

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jog    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • jog

Werkwoord

vervoeging van
joggen

jog

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van joggen
    • Ik jog. 
  2. gebiedende wijs van joggen
    • Jog! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van joggen
    • Jog je? 

Gangbaarheid

  • Het woord jog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.