kadastreer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kadastreer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ka·das·treer

Werkwoord

vervoeging van
kadastreren

kadastreer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kadastreren
    • Ik kadastreer. 
  2. gebiedende wijs van kadastreren
    • Kadastreer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kadastreren
    • Kadastreer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord kadastreer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.