kalanderde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kalanderde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ka·lan·der·de

Werkwoord

vervoeging van
kalanderen

kalanderde

  1. enkelvoud verleden tijd van kalanderen
    • Ik kalanderde. 
    • Jij kalanderde. 
    • Hij, zij, het kalanderde. 

Gangbaarheid

  • Het woord kalanderde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.