kampeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kampeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kam·peer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kamperen |
kampeerde
- enkelvoud verleden tijd van kamperen
- Ik kampeerde.
- Jij kampeerde.
- Hij, zij, het kampeerde.
- Ik kampeerde.
Gangbaarheid
- Het woord kampeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.