kapotbeet
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kapotbeet (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ka·pot·beet
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kapotbijten |
kapotbeet
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van kapotbijten
- ... dat ik kapotbeet.
- ... dat jij kapotbeet.
- ... dat hij, zij, het kapotbeet.
- ... dat ik kapotbeet.
Gangbaarheid
- Het woord kapotbeet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.