kapotschiet

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kapotschiet    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ka·pot·schiet

Werkwoord

vervoeging van
kapotschieten

kapotschiet

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kapotschieten
    • ... dat ik kapotschiet. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kapotschieten
    • ... dat jij kapotschiet. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kapotschieten
    • ... dat hij kapotschiet. 

Gangbaarheid

  • Het woord kapotschiet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.