karweit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  karweit    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kar·weit

Werkwoord

vervoeging van
karweien

karweit

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van karweien
    • Jij karweit. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van karweien
    • Hij karweit. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van karweien
    • Karweit! 

Gangbaarheid

  • Het woord karweit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.