kastijdde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kastijdde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kas·tijd·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kastijden |
kastijdde
- enkelvoud verleden tijd van kastijden
- Ik kastijdde.
- Jij kastijdde.
- Hij, zij, het kastijdde.
- Ik kastijdde.
Gangbaarheid
- Het woord kastijdde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.