kastijdt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kastijdt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kas·tijdt

Werkwoord

vervoeging van
kastijden

kastijdt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kastijden
    • Jij kastijdt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kastijden
    • Hij kastijdt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van kastijden
    • Kastijdt! 

Gangbaarheid

  • Het woord kastijdt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.