kiskast

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kiskast    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kis·kast

Werkwoord

vervoeging van
kiskassen

kiskast

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kiskassen
    • Jij kiskast. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kiskassen
    • Hij kiskast. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van kiskassen
    • Kiskast! 

Gangbaarheid

  • Het woord 'kiskast' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.