klaploopte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: klaploopte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- klap·loop·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
klaplopen |
klaploopte
- enkelvoud verleden tijd van klaplopen
- Ik klaploopte.
- Jij klaploopte.
- Hij, zij, het klaploopte.
- Ik klaploopte.
Gangbaarheid
- Het woord klaploopte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.