kleben

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  kleben    (hulp, bestand)
  • IPA:
Woordafbreking
  • kleĀ·ben
Woordherkomst en -opbouw
    stamtijd
    infinitief verleden
    tijd
    voltooid
    deelwoord
    kleben
    klebte
    geklebt
    zwak volledig

    Werkwoord

    kleben

    1. onovergankelijk kleven, plakken, vastkleven
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.