kleedde op
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kleedde op (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kleed·de op
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opkleden |
kleedde op
- enkelvoud verleden tijd van opkleden
- Ik kleedde op.
- Jij kleedde op.
- Hij, zij, het kleedde op.
- Ik kleedde op.
Gangbaarheid
- Het woord kleedde op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.