knarst

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  knarst    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • knarst

Werkwoord

vervoeging van
knarsen

knarst

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knarsen
    • Jij knarst. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knarsen
    • Hij knarst. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van knarsen
    • Knarst! 

Gangbaarheid

  • Het woord knarst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.