knarste
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: knarste (hulp, bestand)
Woordafbreking
- knars·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
knarsen |
knarste
- enkelvoud verleden tijd van knarsen
- Ik knarste.
- Jij knarste.
- Hij, zij, het knarste.
- Ik knarste.
Gangbaarheid
- Het woord knarste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.