kneukelde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kneukelde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kneu·kel·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kneukelen |
kneukelde
- enkelvoud verleden tijd van kneukelen
- Ik kneukelde.
- Jij kneukelde.
- Hij, zij, het kneukelde.
- Ik kneukelde.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.