koeboeren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  koeboeren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • koe·boe·ren

Zelfstandig naamwoord

dekoeboerenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord koeboer
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.