koester

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  koester    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • koes·ter

Werkwoord

vervoeging van
koesteren

koester

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van koesteren
    • Ik koester. 
  2. gebiedende wijs van koesteren
    • Koester! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van koesteren
    • Koester je? 

Gangbaarheid

  • Het woord koester staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.