kondigt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kondigt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • konĀ·digt

Werkwoord

vervoeging van
kondigen

kondigt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kondigen
    • Jij kondigt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kondigen
    • Hij kondigt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van kondigen
    • Kondigt! 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.