krabbel achteruit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  krabbel achteruit    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • krab·bel ach·ter·uit
Woordherkomst en -opbouw

uit krabbel (werkwoord) en achteruit, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

vervoeging van
achteruitkrabbelen

krabbel (...) achteruit

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteruitkrabbelen
    • Ik krabbel achteruit. 
  2. gebiedende wijs van achteruitkrabbelen
    • Krabbel achteruit! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteruitkrabbelen
    • Krabbel je achteruit? 

Gangbaarheid

  • Het woord 'krabbel achteruit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.