krabbelde neer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  krabbelde neer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • krab·bel·de neer
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
neerkrabbelen

krabbelde neer

  1. enkelvoud verleden tijd van neerkrabbelen
    • Ik krabbelde neer. 
    • Jij krabbelde neer. 
    • Hij, zij, het krabbelde neer. 

Gangbaarheid

  • Het woord krabbelde neer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.