kreeg los

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kreeg los    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kreeg los
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
loskrijgen

kreeg los

  1. enkelvoud verleden tijd van loskrijgen
    • Ik kreeg los. 
    • Jij kreeg los. 
    • Hij, zij, het kreeg los. 

Gangbaarheid

  • Het woord kreeg los staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.