kruisigde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kruisigde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • krui·sig·de

Werkwoord

vervoeging van
kruisigen

kruisigde

  1. enkelvoud verleden tijd van kruisigen
    • Ik kruisigde. 
    • Jij kruisigde. 
    • Hij, zij, het kruisigde. 

Gangbaarheid

  • Het woord kruisigde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.