kwinkeleer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kwinkeleer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kwin·ke·leer

Werkwoord

vervoeging van
kwinkeleren

kwinkeleer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwinkeleren
    • Ik kwinkeleer. 
  2. gebiedende wijs van kwinkeleren
    • Kwinkeleer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwinkeleren
    • Kwinkeleer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord kwinkeleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.