kwiteerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kwiteerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kwi·teer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kwiteren |
kwiteerde
- enkelvoud verleden tijd van kwiteren
- Ik kwiteerde.
- Jij kwiteerde.
- Hij, zij, het kwiteerde.
- Ik kwiteerde.
Gangbaarheid
- Het woord kwiteerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.