læra

Faeröers

Uitspraak
  • IPA: /ˈlɛara/

Werkwoord

læra

  1. leren

IJslands

Uitspraak
  • IPA: /ˈlaiːra/
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden tijd voltooid deelwoord
(supinum)
3e pers enk. 1e pers mv.
læralærðilærðumlært
volledig

Werkwoord

læra

  1. leren

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • læ·ra
Naar frequentie 207888

Zelfstandig naamwoord #1

Zelfstandig naamwoord

læra

  1. nominatief bepaald onzijdig meervoud van lær

Zelfstandig naamwoord #2

Zelfstandig naamwoord

læra

  1. nominatief bepaald vrouwelijk enkelvoud van lære
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord #3

Zelfstandig naamwoord

læra

  1. nominatief bepaald vrouwelijk enkelvoud van lære
Schrijfwijzen

læra

  1. nominatief bepaald onzijdig meervoud van lære
Schrijfwijzen

Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • læ·ra

Werkwoord

læra

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast lære, zie aldaar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.