laða

Oudnoords

Woordafbreking
  • la·ða
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
laða
laðar
laðaði
laðat
Klasse 1 zwak volledig

Werkwoord

laða

  1. nodigen, uitnodigen
  2. verzoeken, vragen
Verwante begrippen
  • [2]: biðja, kallsa, ǽskja, ǽsta
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.